THEATER DE MOEDERTAAL

Uw zitje voor een avondje uit

“Every image of the past that is not recognised by the present as one of its own concerns, threatens to disappear irretrievably”

Theses on the Philosophy of History, 1940 Walter Benjamin [1]

Theater De Moedertaal 1874-2024: Een theater met een verhaal

Mieke Meskens, 19 februari 2024

Arthur Van Assche, Toeschouwers, p. 197.[2]

Theater De Moedertaal was en is een van de grootste vrijetijdstheatergezelschappen in Mechelen en heette bij de stichting in 1874 voluit: Theater voor Vrijheid en Moedertaal. Dit past binnen de historische context van de eerste schuchtere taalwetgeving voor bestuur, rechtspraak en onderwijs in het jonge België. Taalbewustzijn in de tweede helft van de 19 de eeuw kwam op het lokale vlak onder andere van de theatergezelschappen, die naast het spel van hun producties ook deelnamen aan wedstrijden en vooral aan het Landjuweel; de hoogste onderscheiding voor een theatergezelschap. Deze aandacht voor de Nederlandse taal, wekte ook het bewustzijn op van deel uit te maken van een groter geheel, met een eigen identiteit en een eigen historisch verhaal. De stichters van Theater De Moedertaal hadden dus een visie en een doel bij de oprichting én de naamgeving van hun gezelschap.

Over het prille begin weten we niet zoveel. Arthur Van Assche zaliger – sterkhouder van Theater De Moedertaal en echtnoot van Fernande De Lauwer een van de steractrices van De Moedertaal – stelde in 2000 zijn boek “Toeschouwers” samen ter gelegenheid van de heropening van de Mechelse Stadsschouwburg en 125 jaar Theater De Moedertaal. Over de stichting van ons theater schrijft hij: “ Op 19 januari 1874 vormden enkele toneelliefhebbers uit de Mechelse vriendengroep ‘De Margaretha’s vrienden’ een nieuwe toneelvereniging: Toneelmaatschappij De Moedertaal. De stichters heetten: Leopold Cammans, Jules Dubin, Jan Festraets, Frans Verlinden en de heren de Ron, Mommaerts en Thienpont. Deze toneelvereniging vergaderde vanaf dan in lokaal ‘In den Laerenhof’ bij de heer De Mesmaeker in de Hoogstraat. Enkele weken later vervoegden Jos Naegels, Paul De Laet en Gerard Marivoet het gezelschap als werkende leden. Hun eerste voorstelling speelden ze reeds op 5 maart 1874 in zaal Frascatie – vandaag Kunstencentrum Nona – in de Begijnenstraat.” [3]

In 1874 situeerde het theater zich in het verzuilde België binnen de liberale familie. De Mechelse familie Muyldermans engageerde zich intens in De Moedertaal. Onder het voorzitterschap van Urbain Muyldermans (°1883-+1952), van 1946 tot 1958 actief als kamerlid en senator in de Belgische politiek voor de Liberale Partij, evolueerde Theater De Moedertaal naar een ongebonden vereniging. Dat gaf een nieuw impuls; het ledenaantal steeg van 600 naar 1 000. Theater De Moedertaal bloeide en bood een rijk verenigingsleven voor de leden aan. Naast de toneelopvoeringen organiseerde het bestuur en de damesafdeling van De Moedertaal: gerenommeerde galabals, kinderfeesten, zomerbijeenkomsten, filmvoorstellingen, bridgeavonden, uitstappen met de radiotrein en de autobus Met succes namen zij jaarlijks deel aan de befaamde Mechelse Bloemencorso’s, de bijzondere Hanswijkcavalcade en de Ommegang die slechts om de 25 jaar uitgaat.

Ook op het artistieke vlak onderscheidde De Moedertaal zich. De toneelopvoeringen in Mechelen waren telkens een groot succes. Daarnaast namen de leden ook deel aan het Landjuweel, de talrijke wedstrijden in binnen- en buitenland, waar zij vele en belangrijke prijzen behaalden: de diploma’s, penningen, tinnen schotels en keramieken borden in de erfgoedkast die in de foyer van ons theater staat, getuigen daar vandaag nog steeds van. In 1941 won Theater De Moedertaal het Landjuweel. Befaamde regisseurs streefden naar kwaliteitsvolle producties: Willy Van der Meulen, Frans Van Oost, Ugo Prinsen, Piet Ardies, Sien Eggers, Hans De Munter… Bekend acteurs verbonden aan de grote toneelhuizen en medewerkers in televisieseries, zetten hun eerste stappen op het podium van Theater De Moedertaal: Jo Leemans, Johny Voners, Gilda De Bal, Ron Cornet, Paula Sleyp… Maar ook de vele spelers die in de loop der jaren de naam en faam van Theater De Moedertaal glans en uitstraling gaven én geven.

Verder onderhielden de vrijetijdstheaters ook een band met het rijke theaterverleden van Mechelen, vooral dankzij de rederijkerskamers die sinds de late Middeleeuwen actief waren in onder andere de Nederlanden: een bende dichters, voordrachtkunstenaars, zangers en toneelspelers die bijeenkomsten hielden en wedstrijden organiseerden. Zij schuwden daarbij geen kritiek op de overheid en kaartten vaak controversiële onderwerpen aan. In 1620 organiseerde de rederijkerskamer De Peoene te Mechelen het laatste Blazoenfeest in de Nederlanden. Hendrick Faydherbe, factor van De Peoene en vader van de beeldsnijder en architect Lucas, schreef hiervoor het heerlijke stuk: ‘Het verhaal van ‘Droncken Klaas, Esbattement met vier personen’. De magische formule die Klaas van kwakzalver Meester Steven krijgt om zijn vrouw Felle Griet uit de klauwen van Hein den duvel te redden: ‘Sator arepo tenet opera rotas’ is een palindroom. De inscriptie komt al voor op stenen in Pompeï. De toverspreuk vormt als anagram het woord ‘paternoster’. De Latijnse spreuk onthouden lukte maar niet; Dronken Klaas maakte er’ Satan hutsepo ten net op schappra rotsac’ van. Ondertussen herkende u ook de woorden ‘ hutsepot, schapraai en rotzak’; fijne begrippen uit het taalgebruik van Klaas en die hem beter in de mond lagen dan het Latijn.[4]

Na dit succesvolle Blazoenfeest ging de rederijkerstraditie langzaam aan verloren. Maar de namen van de rederijkerskamers niet. Vier Mechelse vrijetijdstheatergezelschappen kregen bij hun 100 ste verjaardag de naam van een aloude Mechelse rederkijkerskamer van weleer uit handen van de Soevereine Hoofdkamer van Retorica De Fonteine: De Dijlezonen kreeg de naam van De Ghesellen van den Palmryzen (1972), De Taalzucht ontving de naam van De Peoene (1966), Voor Taal en Kunst draagt de naam van De Boonbloem (1994). Theater De Moedertaal voert fier de naam van De Lischbloem (1974): een bijzondere erkenning voor wat het theater de voorbije 100 jaar presteerde voor het behoud van het Vlaams Toneel. De Dijlezonen stopten in 2022; de andere gezelschappen zijn nog steeds actief. Al deze gezelschappen zijn ondertussen meer dan 100 jaar actief in onze stad.

Theater De Moedertaal 1874 – 2024: Een theater met een visie

Een voorstelling van Theater De Moedertaal bestond steeds uit een drama en een blijspel. De voorstelling op maandag 8 november 1897 in de Mechelse stadschouwburg begon om 18 uur. Eerst speelde De Moedertaal: De Bedelares; een drama in vijf bedrijven. Na de pauze gevolgd door: Goddank! De tafel is gedekt; een blijspel in 1 bedrijf.

De oudste vermelding van een voorstelling dateert uit 1879. De Moedertaal treedt op in een avond georganiseerd door de Jonge Liberale Wacht op maandag 5 maart 1879 in de Mechelse Salle De Paris. Vier acteurs spelen: Slotendries; een politiek blijspel in 1 bedrijf. Van de 4 acteurs waren er 3 stichtende leden. De titels van de opvoeringen spreken tot de verbeelding: Juffrouw Kerkmuis, Mijn zoon de minister, Huwelijksreis zonder man, Drie dozijn rode rozen, Mijn vrouw de toneelspeelster. Geliefde drama’s waarmee Theater De Moedertaal mooie prijzen behaalde: Het Klooster, De Idioot, De gebroeders Karamazov, Montserrat.

Voor het 35-jarig jubileum (19-9-1910) richt Theater De Moedertaal in zaal Frascati in de beste rederijkerstraditie een wedstrijd van” Zang en uitgalming” in, voor “ ernstige alleenspraken, luimige alleenspraken; beiden in dicht of proza, romancen, volks- en kluchtliederen.” De leden van De Moedertaal mogen niet deelnemen om “ de Mechelse zustermaatschappijen aan te wakkeren en zo mede te werken aan de grote Vlaamse zaak.”

In 1934 zijn in Theater De Moedertaal volgende groepen actief: de jeugdorganisatie, het kindertoneel, jongens- en meisjesgroepen met zang, dans, ballet en declamatie, de Oefenafdeling, Voordrachten en volmaking der Toneelafdeling.

Na de Tweede Wereldoorlog herneemt het verenigingsleven in De Moedertaal zich en kent een grote bloei tot de jaren ’60: een drietal producties per toneelseizoen en vooral ook activiteiten allerhande die de vriendschapsbanden onderhouden: kinderfeesten, minstens 3 bals per seizoen waaronder het befaamde galabal “Groen en Wit”, dansavonden, optredens van het dameskoor, whisttornooien, uitstappen met de radiotrein. Dat alles voor 1 000 leden.

Het honderdjarig bestaan van Theater De Moedertaal krijgt een luisterrijke invulling: Academisch zitting op het stadhuis, de producties “ Als een kat op een heet zinken dak” waarmee het gezelschap de 1 ste prijs van het Rikke Schmitz- juweel behaalt., “De Gekroonde Laars”, “De Twaalf Gezworenen” een co- productie van de Mechelse Toneelverenigingen en een feestelijk gala- avond in de Stadsfeestzaal, gepresenteerd door Jo Leemans en Yvonne Verelst.

In het feestjaar ontvangt De Moedertaal ook een bijzondere erkenning voor wat het theater de voorbije 100 jaar presteerde voor het behoud van het Vlaams Toneel; de vereniging mag voortaan de titel voeren van de aloude Mechelse rederijkerskamer De Lischbloem. De heer Demedts, hoofdman van de Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica De Fonteine schenkt aan De Moedertaal de perkamenten oorkonde. Arthur Van Assche schilderde een blazoenbord met het devies en de symbolen van De Lischbloem sinds 1561. Beide stukken worden nog steeds zorgzaam bewaard in het theater.

Theater De Moedertaal 1874 – 2024: Een theater met erfgoed

Bij de stichting vergaderde en repeteerde het gezelschap in zaaltjes van de talrijke Mechelse eet- en drankgelegenheden. Geliefkoosde etablissementen voor De Moedertaal waren: Salle de Paris, Café Het Brouwershuis, Café De Lelie en Café Royale. De toneelopvoeringen vonden plaats in de Mechelse Stadsschouwburg. Toen die in 1981 sloot voor noodzakelijke herstellingen in verband met de brandveiligheid, moesten vele gezelschappen op zoek naar een andere locatie.

De bestuursleden van Theater De Moedertaal kochten in 1989 een pand met eigen kapitaal aan in de Hoveniersstraat. Zij verbouwde zelf de ruimte tot een aantrekkelijk theater met 84 zitplaatsen, een foyer, een loge voor de spelers en verder ook een technische- en opslagruimte en een zolder voor de rekwisieten. We zijn er tot op de dag van vandaag actief.

Al die tijd droegen voorzitters, secretarissen en penningmeesters zorg voor hun papieren archief en bewaarden zorgvuldig het erfgoed van hun vereniging. Ongetwijfeld gingen bronnen verloren, maar in 2019 vonden we tijdens een grote opruimactie op de zolder van het theater het historisch archief terug: het Gulden Boek, verslagen van bestuursvergaderingen, jaarverslagen, briefwisseling in en uit, boekhouding, handgeschreven scripts, organisatie van de producties, diploma’s van behaalde prijzen, organisatie van feesten allerlei, ledenlijsten, fotoalbums, flyers en programmaboekjes. Verder ook vele collectiestukken terug: vaandels en hun onderdelen, vlaggen, penningen, trofeeën, ingelijste foto’s en meubilair variërend van redelijke tot goede staat. Ons oudste collectiestuk dateert van 1874; het papieren archief gaat terug tot 1890.

Nochtans is Theater De Moedertaal geen speler in het erfgoedveld. Onze kerntaak situeert zich op het niveau van de podiumkunsten. Maar dit waardevolle erfgoed dat de geschiedenis van het theater vertelt en de verbondenheid en identiteit van de leden met hun theater uitdrukt, vraagt onze belangstelling en aandacht. Want erfgoed is van ons allemaal. We ontvingen het van de vorige generaties, om het met de beste zorg te bewaren en door te geven aan wie na ons komt. Zo blijven we het verhaal dat onze stichters in 1874 in gedachten hadden en dat geboetseerd werd door de tijd, verder vertellen. Dat verhaal willen we in ons jubileum 150 jaar Theater De Moedertaal in 2024 extra belichten met twee bijzondere projecten.

Theater De Moedertaal 1874 – 2024: ons theater viert feest en kijkt naar de toekomst

Naast de vrijetijdstheatergezelschappen heeft Mechelen ook een professioneel gezelschap: Theater Arsenaal met Lazarus als huiscollectief. Theater De Moedertaal feest in eigen huis, maar wil dat jubileum ook vieren met de andere Mechelse theatergezelschappen. Een aantal terrein verkennende gesprekken en nadenken over mogelijke concepten oriënteerden zich rond krachtige pijlers van het project: de kracht van het samenwerken waarbij we gevarieerde expertise uitwisselen, de kracht van het verbinden waarbij de historische aanwezigheid van de vrijetijdsgezelschappen en het rederijkersverhaal inspirerend kunnen zijn voor een professioneel gezelschap. De kracht van het verdiepen waarbij we proberen om met het emancipatorisch verhaal van de rederijkers vandaag in dialoog te gaan. En tot slot ook de kracht van de verbeelding om uitbundig gestalte te geven aan dit verhaal en ons gemeenschappelijk project. Maar het is en blijft een moeilijke oefening.

Theater De Moedertaal evolueert mee met de tijd. Er is geen echte vraag meer naar een theater met een gevarieerd aanbod om een brede vereniging te zijn. De band van spelers met “mijn theater” is er nog nauwelijks; zeker niet bij de jongere spelers. Dat is een feit. Theater De Moedertaal focust in de programmatie op de aantrekken van een gevarieerd publiek met een gevarieerd aanbod: een blijspel, het kinderstuk, een ernstig stuk en muziektheater. Het theater probeert ook jongeren aan te trekken, zowel als acteur/ actrice en als publiek. Daarnaast is de verjonging – een nood die zich overal in het verenigingsleven doet voelen – een aandachtspunt. Verbreden en samenwerken dragen zeker bij tot de verjonging.

Daar willen we ook voluit op inzetten met ons feestelijk programma: een revue in de beste rederijkers traditie waarin we selecties tonen uit ons repertoire, door regisseur Ruud Gielens in een pittige en prettige vorm gegoten en door Rick De Leeuw aan mekaar gepraat: . Daarnaast werken we samen met Erfgoedcel Mechelen aan een Expo waarin het erfgoed en de rederijkerstraditie een prominente plaats krijgen. Zo trachten we te voorkomen dat de tradities en beelden van de verleden die we vandaag niet meer erkennen, onherstelbaar verloren gaan. Want je kan erfgoed enkel bewaren als het nog betekenis heeft voor mensen. Alle informatie over de Revue: U, Nu! vindt u hier

In een volgende bijdrage zullen we enkele stukken uit de rijke erfgoedcollectie van Theater De Moedertaal van nabij bekijken.

Mieke
Uw TDM Erfgoedbewaarder
Welkom voor elk contact op: [email protected]

[1] Mevrouw Sigrid Bosmans, Congres immaterieel erfgoed, Mechelen, 7-5-2019.

[2] In 1924 vierde Theater De Moedertaal haar gouden jubileum: 50 jaar Theater De Moedertaal met vele luisterrijke activiteiten. Op 30 maart bood het theater een groot Vastenavond Bal aan in de Stadsfeestzaal van Mechelen. Het bal werd voorafgegaan door een liefdadigheidsstoet eveneens georganiseerd door Theater De Moedertaal ten voordele van het Dispensarium Hector Leblus in de Merodestraat; een wereldbefaamd onderzoekscentrum voor tuberculose in de Merodestraat nr. 45. Een van de deelnemende groepen aan deze optocht – De intrede van Prins Carnaval en zijn gevolg in de gemeente Nattebiezegem – waren De Herders en Herderinnen. Let op de fraaie kostumering en het jeugdige gezelschap.

[3] A. Van Assche, Toeschouwers, in eigen beheer, Mechelen, 2000, p. 74-77.

[4] Wim Hüsken, “Door de reden geport”. Het blazoenfeest van de Mechelse Peoene en het Twaalfjarig Bestand, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, deel 123, aflevering 2, Mechelen, 2019, p. 121-122.